In de krant
van 24 juni stond een ingezonden brief naar aanleiding van De Swaans stuk. De auteurs
van een boek over een Haarlems kindertehuis voor Duitse-Joodse
vluchtelingetjes schrijven dat een van die kinderen, de dertienjarige Margot
Kohn, in maart 1941 terugging naar Duitsland, op verzoek van haar vader die
een oproep voor tewerkstelling in het Oosten had gekregen.* Later dat jaar werd ze
met haar familie vermoord in Oost-Europa.
donderdag 3 juli 2014
‘Ik ben te oud om in een verdere
discussie van “welles of nietes” meegesleurd te worden.’ Getuigen in de krant
en per post
In NRC/Handelsblad van 26 juni spreken twee
getuigen zich uit over wat men wel of niet wist. Alexander Jansen, die de
oorlog als jongen meemaakte, meent dat mijn interpretatie klopt:
donderdag 26 juni 2014
‘Omdat het ondenkbare
werkelijkheid is geworden’.
H.W. von der
Dunk in NRC/Handelsblad
Emeritus hoogleraar
geschiedenis H.W. von der Dunk schrijft in de krant van afgelopen maandag een stuk naar aanleiding van De Swaans artikel in NRC/Handelsblad
van 14 juni. Hij maakt drie – heel verschillende – punten.
dinsdag 17 juni 2014
‘Achter deze
discussie gaat een schuldvraag schuil’.
Abram de Swaan in NRC/Handelsblad
Abram de Swaan in NRC/Handelsblad
In de bijlage Opinie
en Debat van NRC/Handelsblad van afgelopen zaterdag mengt socioloog Abram
de Swaan zich in de discussie over mijn boek. Hij denkt, in navolging van Ies Vuijsjes boek Tegen beter weten in uit 2006, dat er genoeg informatie over
de Holocaust voorhanden was, maar dat men die verdrong.
vrijdag 23 mei 2014
Een ‘curieuze moraal’. Joris Verheyen
op zijn blog
Historicus Joris
Verheyen schreef begin april op zijn blog over mijn boek, dat hem achterlaat met
‘een dubbel gevoel’, om niet te zeggen ‘grote twijfels… over de getrokken
conclusies, de gevolgde methode en het bronnengebruik’. In helder proza
zet hij uiteen dat ik een oude mythe vervang door een nieuwe, ‘die al even
moralistisch is’. Hoe komt hij daarbij?
maandag 12 mei 2014
‘Mijn oogen zagen jou
ergens ver, aan een rivier van Babylon de slavenketen dragen.’ Sandor van
Leeuwen over Pressers gedichten
In het Reformatorisch
Dagblad van afgelopen vrijdag schrijft journalist (en oud-student) Sandor
van Leeuwen een interessant stuk over de gedichten die Jacques Presser tijdens
de Bezetting schreef over zijn weggevoerde vrouw Dé Appel. Wat stelde hij zich
voor bij haar lot?
donderdag 1 mei 2014
'Desondanks roept deze man weerstand op bij mij'.
Reacties op de Universiteit van Nederland.
Vorige week gingen de colleges online die ik gaf voor de Universiteit van Nederland - een prachtinstituut overigens. Het derde en vijfde van die colleges behandelen in zeer kort bestek de belangrijkste conclusies van mijn boek. Via het enigszins beschamende proces waarvoor de term autogoogelen is bedacht, vond ik enkele reacties die het memoreren waard zijn; niet omdat ze zo doordacht zijn, maar juist omdat ze zo ondoordacht zijn, zo intuïtief.
Reacties op de Universiteit van Nederland.
Vorige week gingen de colleges online die ik gaf voor de Universiteit van Nederland - een prachtinstituut overigens. Het derde en vijfde van die colleges behandelen in zeer kort bestek de belangrijkste conclusies van mijn boek. Via het enigszins beschamende proces waarvoor de term autogoogelen is bedacht, vond ik enkele reacties die het memoreren waard zijn; niet omdat ze zo doordacht zijn, maar juist omdat ze zo ondoordacht zijn, zo intuïtief.
vrijdag 18 april 2014
Een verhelderende discussie. Nog één maal Jaap Cohen
Jaap Cohen is een jonge historicus verbonden aan het NIOD die in april 2013 een tegelijkertijd redelijk en kritisch stuk over mijn boek schreef in nrc.next. Ook hem heb ik gevraagd nog eens te reflecteren op commentaar mijnerzijds. Anders dan Gans en Ensel of Baggerman en Dekker (die simpelweg weigeren hun kritiek te onderbouwen, hoe vriendelijk ik het ook vraag) en anders ook dan Guus Meershoek, die, vind ik, om de hete brei heendraait, gaf Cohen uitgebreid antwoord op mijn vragen. Dat leverde een verhelderende uitwisseling van argumenten op en een beter begrip van de kwestie die ons beiden interesseert. Het stelt me gerust dat rationeel discussiëren over dit onderwerp toch mogelijk blijkt.
Jaap Cohen is een jonge historicus verbonden aan het NIOD die in april 2013 een tegelijkertijd redelijk en kritisch stuk over mijn boek schreef in nrc.next. Ook hem heb ik gevraagd nog eens te reflecteren op commentaar mijnerzijds. Anders dan Gans en Ensel of Baggerman en Dekker (die simpelweg weigeren hun kritiek te onderbouwen, hoe vriendelijk ik het ook vraag) en anders ook dan Guus Meershoek, die, vind ik, om de hete brei heendraait, gaf Cohen uitgebreid antwoord op mijn vragen. Dat leverde een verhelderende uitwisseling van argumenten op en een beter begrip van de kwestie die ons beiden interesseert. Het stelt me gerust dat rationeel discussiëren over dit onderwerp toch mogelijk blijkt.
zondag 13 april 2014
Blijvend onbegrip. Nog één maal Guus
Meershoek
Eind
januari vorig jaar schreef mijn gewaardeerde collega Guus Meershoek een lang artikel
in de Groene Amsterdammer over mijn boek. Ik vond dat een verwarrend stuk,
omdat het enerzijds de vorm en toon heeft van een genadeloze weerlegging, maar anderzijds op de concrete argumentatie van het boek nauwelijks
ingaat. Naar mijn idee praatte het, net als het kort tevoren gepubliceerde eerste
stuk van Gans en Ensel, vooral langs het boek heen.
donderdag 27 maart 2014
zondag 2 februari 2014
maandag 13 januari 2014
'In zekere zin is het voor u onprettig dat er nog Joden zijn die het kunnen navertellen'.
Nog één maal Arnold Heertje.
Eind 2012 schreef ik over de schimpscheuten
die prof. Arnold Heertje op mij afvuurde, met als dieptepunt zijn vraag wat
mijn grootouders tijdens de oorlog deden. Dat feit memoreerde ik afgelopen
zomer in het interview in NRC/Handelsblad, inclusief de mededeling dat mijn grootouders voor zover ik weet brave lieden waren. Daarop hernam Heertje zijn tirade en stuurde mij in
augustus de volgende e-mail, die ik voorzien van het cursieve commentaar
terugstuurde:
Nog één maal Arnold Heertje.
Abonneren op:
Posts (Atom)