donderdag 3 juli 2014

‘Emotie sterker dan “weten”.’ Isobel Wijnberg en Anja Hollaender in NRC/Handelsblad   
In de krant van 24 juni stond een ingezonden brief naar aanleiding van De Swaans stuk. De auteurs van een boek over een Haarlems kindertehuis voor Duitse-Joodse vluchtelingetjes schrijven dat een van die kinderen, de dertienjarige Margot Kohn, in maart 1941 terugging naar Duitsland, op verzoek van haar vader die een oproep voor tewerkstelling in het Oosten had gekregen.* Later dat jaar werd ze met haar familie vermoord in Oost-Europa.

Hoe kan het, vragen de auteurs zich af, dat het verlangen naar familiehereniging voor alle betrokkenen de doorslag gaf, terwijl duidelijk was ‘dat haar daar niets goeds te wachten stond’, men ‘vermoedde wat dit betekende’, ‘in de wetenschap van de toenemende Jodenvervolging in Duitsland’ en in ‘het besef van hun mogelijke vernietiging’? Het antwoord: ‘”Het weten” is wellicht minder vaak leidraad voor handelen dan emotie.’

Volgens mij maken de auteurs een in deze discussie vrij gebruikelijke denkfout: zij maken geen onderscheid tussen het vermoeden van iets ergs en kennis van de Holocaust. Als vader Kohn had geweten dat hij en zijn gezin in het Oosten zou worden doodgeschoten, had hij zijn Margot natuurlijk niet laten terugkeren. Maar dat kon hij op dat moment niet weten.

Sterker nog; daartoe was nog helemaal niet besloten. Tot de zomer van 1941 was het – nog altijd vage – plan dat de Joden zouden moeten emigreren naar een of ander onherbergzaam oord. Dat is naar alle waarschijnlijkheid wat vader Kohn zich ook voorstelde. En vanuit die voorstelling is zijn wens om het gezin bijeen te houden niet zo vreemd.

* Dat tijdstip is overigens onwaarschijnlijk: de eerste reguliere deportaties uit Duitsland vonden plaats in oktober 1941.

Geen opmerkingen: