donderdag 6 juni 2013

‘Met een aanvankelijke scepsis heb ik het boek gelezen’. Reactie Serge ter Braake 

Gezien de ruime aandacht die ik op dit blog geef aan kritiek, kan de lezer het me hopelijk vergeven als ik de aandacht vestig op een spontaan binnengekomen reactie van mijn jonge collega-historicus dr. Serge ter Braake (die ik, voor de goede orde, persoonlijk niet ken):

Met een aanvankelijke scepsis heb ik het boek gelezen. Wie enigszins is ingelezen in de dagboeken uit de Tweede Wereldoorlog weet immers dat iedereen op zijn minst kon raden dat het met gedeporteerde Joden waarschijnlijk niet goed af zou lopen. In hoeverre er dan al een eenduidig beeld was over onmiddellijke moord bij aankomst (al dan niet door vergassing) lijkt er dan nog weinig toe te doen. Hoe zou dit boek dat beeld dan nog kunnen completeren?

Het wordt echter zeer aannemelijk gemaakt dat het (met zekerheid) weten van de gaskamers wel degelijk invloed zou hebben gehad op zowel de keuzes van de slachtoffers om wel of niet onder te duiken als de keuzes van de omstanders om wel of niet te helpen en dat er geen sprake was van 'verdringing' van die kennis. Er was tijdens de Bezetting simpelweg te weinig eenduidige informatie voor de tijdgenoten om een afgewogen beslissing te maken van wat gevaarlijker was: (helpen met) onderduiken of (zich) laten deporteren.

Door zich los te scheuren van de collectieve herinnering over dit onderwerp en het bronnenmateriaal met een onbevangen blik te bekijken vanuit het standpunt van de tijdgenoten heeft Van der Boom een dapper en briljant boek geschreven, dat voor mij het laatste woord biedt over de mate waarin men het 'gewusst' heeft of niet.

Geen opmerkingen: